Gunter Demnig plaatst in de ochtend van 26 februari tien nieuwe Stolpersteine op vier adressen in de stad, als herinnering aan Joodse stadgenoten die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden vermoord. Hij begint om 9.00 uur bij de Hoge Gouwe 99.
Hier komen vier Stolpersteine voor vader Hans Kahlenberg (38) en moeder Elsbeth Kahlenberg-Rosenberg (35) met hun dochters Helga (10) en Henriette (7). Eén Stolperstein voor de weduwe Brahn-Birnbaum (67). Om 9.25 uur is het gezelschap bij Onder de Boompjes 65. Hier komen twee Stolpersteine voor Chana Krill-Anklewicz (34) en haar peuterdochtertje Ides Krill (2). Om 9.50 uur brengt men in het Van Bergen IJzendoornpark 3a een gedenksteentje aan voor beursbediende Günther Bernstein (33). Om 10.15 uur volgt de Van Swietenstraat 3, waar Demnig twee Stolpersteine plaatst voor naaister Margarete Dieckhoff (38) en onderwijzeres Jetje Carla Mogendorff (23).Met deze nieuwe gedenksteentjes erbij komt men op 208 Stolpersteine in Gouda.
Op de foto
Op de foto vooraan is een geamuseerde Helga Kahlenberg te zien in haar harlekijnsjurkje met witte kraag, rechts naast haar zitten Johnny Beek en Ies Cohen. Vanaf 1 september 1941 mochten Joodse kinderen niet meer naar een openbare school, er kwam een Joods schooltje in Gouda. Op deze momentopname zie je Helga en haar klasgenootjes nog even ontspannen toekijken bij een toneelvoorstelling van dit schooltje. Op de achtergrond Betty van der Hoeden, Hanna Weijl of misschien wel Jetje Carla Mogendorff, die daar lesgaven. De foto is van Ies Cohen, de afdruk van Tom Verwaijen.
Helga Kahlenbergs ouders waren midden jaren dertig gevlucht uit Duitsland, vader Hans was fabrikant van lingerie. Zusje Henriette werd in 1935 geboren in Hillegersberg. In februari 1941 kwam het gezin in Gouda wonen, eind oktober 1942 moest het gezin naar Westerbork. Op 21 mei 1943 kwamen de gezinsleden om het leven in Sobibor, direct na hun transport uit Nederland.
Gedenken door middel van Stolpersteine
Ies Cohen overleefde de Tweede Wereldoorlog en herdenkt onder vele anderen Helga en haar klasgenootjes in zijn kroniek Oorlogsjaren. “Wij kregen les in het gebouwtje achter de sjoel dat inmiddels is afgebroken. Omdat er niet zoveel Joodse kinderen waren werden de onderste drie klassen bij elkaar gezet en de bovenste ook. Voor zover ik weet hebben alleen mijn zuster en ik en een jongen Beek (zoon van de huisarts dokter Beek) het overleefd. Ik gedenk hier mijn klasgenootjes Helga Kahlenberg, Johnie Beek en Mirjam en Mozes Schenkolewski