Het Openbaar Ministerie in Den Haag gaat over tot vervolging van Geert Wilders op verdenking van belediging van een groep mensen op grond van ras en aanzetten tot discriminatie en haat. Dit vanwege zijn uitlatingen over Marokkanen op 12 en 19 maart 2014 in Den Haag, naar aanleiding waarvan ruim 6400 aangiften zijn binnengekomen.
Politici mogen ver gaan in hun uitspraken, dat brengt de vrijheid van meningsuiting met zich mee, maar die vrijheid wordt begrensd door het verbod op discriminatie.
Het Openbaar Ministerie maakte op 9 oktober 2014 bekend dat Geert Wilders als verdachte is aangemerkt en dat strafvervolging in de rede lag. Op 8 december jl. is Geert Wilders als verdachte gehoord. Dat verhoor heeft geen nieuwe inzichten opgeleverd. Geert Wilders heeft een verklaring overgelegd en verder geen vragen van de Rijksrecherche beantwoord. Na het verhoor is de definitieve vervolgingsbeslissing genomen.
Het is nog niet bekend wanneer de inhoudelijke zitting plaats zal vinden.