Ik maak me zorgen over mijn mensen. Sinds de eerste warme dagen zich hebben aangediend, lijken ze compleet van het padje af. En het erge is, aanvankelijk leken ze hun dwaze plan alleen op zichzelf te betrekken, maar inmiddels ben ik ook slachtoffer.
Het begon allemaal op die ene dag dat de bewoners van onze straat voor het eerst sinds dagen weer eens zonder jas naar buiten gingen en op bankjes voor hun huis gingen zitten. Zo ook Joost en Kathleen. Kathleen had zelfs een rokje aangetrokken, waaronder haar blote benen uitstaken. Ik zat gezellig tussen hen in en kneep met mijn ogen, genietend van de zon op mijn vacht.
‘Kijk dan, hoe wit,’ zei Kathleen, en ze stak een been naar voren.
‘Nogal,’ zei Joost.
‘Nou ja!’ Kathleen leek niet blij met zijn antwoord. Ik vond het ook meevallen, mijn witte poten winnen het met gemak van de hare. Joost sloeg op haar bovenbeen. ‘Dat komt wel goed, lieverd. Gewoon volhouden met dat rokje. Wil je ook een biertje?’
Kathleen trok haar rokje wat meer richting haar knieën. ‘Bier? Weet je wel hoeveel calorieën er in een glas bier zitten? Evenveel als in een boterham met kaas.’
Joost haalde zijn schouders op. ‘Dan eet ik morgen wel een boterham minder bij het ontbijt.’
Kathleen zuchtte. ‘Ik wil ruim voor de zomer in mijn bikini kunnen. Vorig jaar begon ik pas in juni met lijnen. Dat was te laat. Dit jaar doe ik het anders.’
Joost stond al in de deuropening. ‘Nou, wil je nog wat drinken of niet?’
Kathleen pakte haar mobiel. ‘Even kijken wat ik het beste kan nemen.’ Ze veegde met haar vinger over het scherm. ‘O, dat is grappig. Hier is een site waarop alcoholische dranken qua calorieën worden vergeleken met etenswaren.’
Het woord etenswaren maakte me nieuwsgierig. Ik probeerde mee te kijken. Ook Joost boog zich naar voren. Zijn vinger bewoog naar het scherm. ‘Kijk. Een biertje is vergelijkbaar met een plakje cake, niet met een belegde boterham. Dus moet ik het plakje cake, dat ik toch nooit eet, laten staan, haha. Geregeld!’
‘Dat is vals spelen,’ zei Kathleen. ‘Ik heb wel trek in een rosé, maar dat staat gelijk aan drie bitterballen.’ Haar stem klonk teleurgesteld. ‘Nou, doe maar een glas water.’
Ik vroeg me intussen af wat een bikini was. Het moest wel iets heel bijzonders zijn om daar drie bitterballen voor te laten staan. Bij wijze van spreken dan.
Kathleen draaide zich om naar Joost. ‘Jij mag anders ook wel een beetje opletten, je begint een buikje te krijgen.’
Joost wreef met zijn hand over zijn buik. ‘Niet nu, Kathleen, ik wil even genieten.’
Een man naar mijn hart, dacht ik.
Even later kwam hij met twee volle glazen en een schotel met blokjes kaas naar buiten. Kathleen bedankte voor de kaas, riep iets over 40 calorieën per blokje, waarna Joost tot mijn grote vreugde Kathleens blokje aan mij gaf. Ze was zo druk met haar telefoon in de weer dat ze het niet in de gaten had.
Waar het misging weet ik niet, maar een paar dagen later was ook Joost in de greep van die zogezegde calorieën. Hij en Kathleen hadden besloten om samen af te vallen. Ze noemden het ‘aan de lijn’. En ja, daar leek het wel op. Alsof ze aan de ketting lagen qua eten. Alles werd gewikt en gewogen. Aan de ontbijttafel werden de plakken kaas en vette rookworst vervangen door dingen met enge namen als granola en hüttenkäse. En de ham die Joost me soms stiekem voerde leek ook al van de aardbodem verdwenen. Ook gingen ze elke avond samen hardlopen of fietsen. Ik werd al moe als ik er, vanachter het raam, naar keek. Persoonlijk geef ik de voorkeur aan een schoonheidsslaapje. Maar wat ik niet kon weten was dat het ergste nog moest komen.
Vanochtend liep ik, na een heerlijke nacht slapen op het zachte kleed, naar de keuken. Mijn maag vertelde me dat het tijd was voor het ontbijt. Ik ging naast mijn lege bakje zitten, zoals ik dat elke ochtend doe. Joost was als eerste beneden. Maar in plaats van mijn bakje met verse brokjes te vullen, tilde hij me op.
‘Kathleen heeft gelijk,’ zei hij en hij zette me weer neer.
Nou nou, die twee waren het wel erg met elkaar eens de laatste dagen, al wist ik niet precies wat Joost bedoelde. Dat gaf ook niet, want hij opende eindelijk het deurtje van mijn favoriete kast en haalde de doos met Felix visbrokjes eruit. Ik gaf hem een kopje tegen zijn been.
‘Moment, Koosje.’ Hij bekeek de achterkant van de verpakking aandachtig. ‘Zie je wel, dertig gram per maaltijd. We hebben je al die tijd te veel gegeven. Sorry, Koos, dat moet anders. De dierenarts maakte er laatst ook al een opmerking over.’
Joost pakte een koffiekopje uit de kast en strooide de brokjes er tot aan de rand toe in. Daarna kieperde hij het kopje leeg in mijn etensbak. Ik staarde er verbaasd naar en vergat even dat ik honger had. De bodem van mijn voerbak was nauwelijks bedekt. Ik keek Joost niet-begrijpend aan. Dat is niet genoeg, dat zie je toch ook wel? Zo haal ik de avond niet, mauwde ik.
‘Haha, ga je nu al protesteren?’ zei Joost. ‘Wat ben je toch een heerlijke dramaqueen.’
Iets later kwam Kathleen beneden. Ze pakte een folder uit de krantenmand en bladerde erin, terwijl ze aan tafel ging zitten. ‘Kijk, Joost, deze bikini bedoel ik. Nog vier kilo eraf en hij staat me perfect.’
Snel sprong ik op haar schoot. Ik moest weten wat het toch was waarvoor ze zichzelf -en Joost en mij erbij- uithongerde. Eén blik op de foto was voldoende. Was dat alles? Een minuscuul stukje gekleurde stof? De zakdoek van mijn vorige mens, de boer, was groter. Voor Koosje geen bikini deze zomer, besloot ik. Ik sprong op de tafel en voor mijn mensen konden ingrijpen, had ik het complete stuk hüttenkäse te pakken.