Gouda – Wat gebeurt er achter de deuren van het Groene Hart Ziekenhuis? In samenwerking met het GHZ belicht weekblad deGouda enkele afdelingen. Deze vierde serie artikelen start met de afdeling Cardiologie en we zoomen in op het hartinfarct.
Bij een hartinfarct raakt een bloedvat van het hart plotseling afgesloten. Snelle handeling is dan geboden. Tegenwoordig begint die behandeling al meteen in de ambulance. Ambulancemedewerkers maken een hartfi lmpje en sturen dat naar de cardioloog en op basis daarvan wordt bepaald wat nodig is. De patiënt krijgt in de ambulance alvast medicatie en wordt naar het Groene Hart Ziekenhuis gebracht, of hij krijgt medicijnen en wordt aan de hand van het gemaakte hartfi lmpje direct naar het LUMC in Leiden of het St. Antoniusziekenhuis in Utrecht gereden voor een dotterbehandeling. Het dotteren gebeurt elders; voor de rest vindt de behandeling plaats in het Groene Hart Ziekenhuis. “Wat wij als extra bieden, is een goedlopende hartrevalidatie. Dat is onze toegevoegde waarde”, zegt cardioloog Thijs Plokker. Hij is één van de acht cardiologen in het GHZ die patiënten met de meest uiteenlopende hartziekten onderzoeken en behandelen.
Thijs Plokker (cardioloog)
Wie een hartinfarct krijgt en op tijd wordt behandeld, heeft een grote overlevingskans. Dat was in de jaren tachtig wel anders, zegt Thijs Plokker, toen stierven veel mensen eraan. Het feit dat de behandeling al in de ambulance start, levert zoveel winst op. Patiënten voor wie dotteren niet nodig is, gaan rechtstreeks naar het Groene Hart Ziekenhuis. “De patiënt wordt opgenomen en we gaan door met de medicatie. Tijdens de opname wordt een hartcatheterisatie gedaan om te kijken of er toch niet ergens een vernauwing zit en de patiënt alsnog moet worden gedotterd.” Meteen start ook de hartrevalidatie. “Je hart is beschadigd, daarvan moet je fysiek herstellen. Daarnaast is het voor veel patiënten een levensveranderende gebeurtenis. Het is goed om het daarover met medepatiënten te hebben.” Voor de meeste patiënten geldt dat ze hun levensstijl moeten aanpassen: meer bewegen, minder eten, niet roken. Thijs Plokker vindt Cardiologie een mooi specialisme: “Je kunt acuut iets voor mensen betekenen, en je kunt niet alleen de gevolgen bestrijden, maar ook de oorzaak.” Wat niet betekent dat de patiënt gewoon zijn oude leven kan vervolgen. “De kans op herstel is relatief groot, maar je bent wel de rest van je leven hartpatiënt. Dat is wat vaak tegenvalt. De patiënt moet levenslang medicijnen slikken en zijn levensstijl blijvend veranderen.”
Inge van Onselen (Senior fysiotherapeut Hartrevalidatie)
Een groepje mannen werkt zich deze maandagochtend in het zweet in de fysiotherapieruimte van het Groene Hart Ziekenhuis. Er zijn drie dingen die opvallen: de relatief jonge leeftijd, het feit dat het allemaal mannen zijn en de inspanning die ze leveren. Deze mannen vallen in de categorie hoogbelastbaar, legt fysiotherapeut Inge van Onselen uit. Of iemand na een hartinfarct in de hoog-, midden- of laagbelastbare groep valt, hangt af van zijn activiteiten in het dagelijks leven. De patiënten in de categorie hoogbelastbaar, draaien nog volop mee in het arbeidsproces. In deze groep zie je vooral mannen en maar een enkele vrouw. In de midden-en laagbelastbare groep is de verdeling man en vrouw nagenoeg gelijk. Behalve een beweegprogramma biedt de hartrevalidatie ook een voorlichtingsprogramma voor patiënt en partner, verzorgd door de cardioloog, de diëtist en een maatschappelijk werker of psycholoog. De patiënten in de categorie hoog- en middenbelastbaar komen drie keer per week revalideren en daarnaast bouwen ze twee keer per week aan hun conditie door middel van een fi ets- en fi tnessprogramma. Het hele programma duurt ongeveer vier tot zes weken. De patiënten in de categorie laagbelastbaar (veel zeventigplussers) sporten twee keer per week. “Als wij tijdens de revalidatie klachten zien, gaan we gelijk in overleg met de cardioloog”, zegt Inge, daarmee aangevend hoe prettig het is dat de hartrevalidatie binnen de muren van het ziekenhuis plaatsvindt.
Patiënten: Hans Glaubitz en Peter Brem
Het is Hans Glaubitz (50) en Peter Brem (54) niet aan te zien dat ze nog maar kort geleden een hartinfarct hebben meegemaakt. Hans kreeg een benauwd, zwaar gevoel op zijnborst. “Het is niet zo dat je denkt: ik moet snel zijn anders ben ik er straks niet meer”, zegt Hans. Peter herkent dat. De omgeving schrikt harder dan jijzelf, is hun ervaring. Het was de vrouw van Hans die signaleerde dat er iets ernstigs was. Ze belde 112, in de ambulance werd een hartfi lmpje gemaakt en Hans werd met spoed naar Utrecht gebracht om te worden gedotterd. “Het is geweldig hoe dat werkt. Binnen twaalf minuten was ik in Utrecht, en dat in de spits.” Ook bij Peter was het zijn vriendin die hem de huisarts liet bellen. Hij werd opgenomen in het Groene Hart Ziekenhuis. “Ik had zes dagen het gevoel dat ik in een hotel lag. Je mankeert verder niets. Hier zeggen ze: doe rustig aan. Je hebt een wond in je hart, maar je ziet het niet en je voelt het ook niet.” Allebei hebben ze net hun sportochtend achter de rug. Ze vinden het fi jn om hier in een beschermde omgeving hun grenzen te verkennen. Ze hebben ze zich voorgenomen om gezonder te gaan leven. “Ik rookte als een ketter”, bekent Hans, waarop Peter zegt: “ik ook.” Daar zijn ze als eerste mee gestopt.