Gouda – Niksen is leuk, als je er tijd voor hebt. Deze twee elementen gaan voor Ineke Volbeda (63) –verantwoordelijk voor het programma bij de boom bij Gouda bij Kaarslicht – niet goed samen. Van het niksen wordt ze maar kriegelig en tijd heeft ze nooit genoeg. Altijd in de weer met een nieuw project of uiteraard iets cultureels verantwoord. “Ik ben een ontwikkelaar en dut al snel in als ik veel dezelfde dingen moet doen.” Toch wordt het binnenkort een stuk rustiger voor Volbeda. Nu haar prepensioen voor de deur staat, heeft ze opeens een stuk meer tijd voor dingen als: theater, reizen, zingen en lezen.
In de Chocoladefabriek heb ik afgesproken met Ineke Volbeda; beiden zijn nieuw voor me. Ik heb mij voorbereid op een gesprek met een ambtenaar, maar na en tijdje kom ik er achter dat ik mij beter had kunnen voorbereiden op een gesprek met Ineke. Wat een leuke vrouw zeg, ik snap wel dat bijna heel Gouda haar kent. Aardig, wam en kleurrijk zijn al snel de woorden die mijn pen vormen in het notieblokje dat op mijn schoot ligt. Maar ook hardwerkend, gepassioneerd enteam player schrijf ik op. “Dingen samen doen en creëren vind ik eigenlijk altijd veel leuker dan alleen te werk gaan.
Naar Gouda
Volbeda verhuist in 1988 naar Gouda voor haar toenmalige baan. Voor haar werk in het creatieve centrum verlaat ze haar woonplaats Utrecht naar het compacte en knusse Gouda. “Dat was echt even wennen. Ik kwam van een grote en levende stad als Utrecht en ging voor mijn werk naar het dorpse Gouda. Ik had echt nooit verwacht dat ik de kleinschaligheid heel plezierig zou vinden.”
Door trainingen kunstzinnige vormgeving te geven op bassischolen leerde ze de regio kennen. Ze werd onder andere vice voorzitter voor de culturele raad in Gouda. Programmeerde voorstellingen voor het theater in de Garenspinnerij en werd gevraagd voor het advies- en beleidswerk Kunst en Cultuur van de gemeente : “Ik snapte in het begin totaal niet waarom ze mij vroegen. Later kreeg ik te horen dat ze mij wegens mijn ervaringen met het amateurtheater en de kunstinstellingen, graag voor deze functie zagen.” Na ruim 10 jaar werd ze ambtenaar representatie , kabinetszaken en internationale betrekkingen.
Top vrijwilligers
Voor deze functie was ze jaren lang druk in de weer, en met plezier. “Ik denk dat ik wel goed ben in mensen en projecten aan elkaar knopen. Het belangrijkste is vaak het zoeken naar draagvlak. De Beste binnenstad van Nederland word je namelijk niet zomaar, dat word je omdat je met zijn allen dingen doet en wilt.”
Met 16 december in het verschiet is het voor Volbeda een drukke tijd. “Hoe leuk Gouda Bij Kaarslicht ook is, een boel werk blijft het ook. Maar het geeft ook heel veel energie omdat er zoveel mensen bij betrokken zijn: binnen de gemeente en heel veel vrijwilligers uit de stad: “Een hoop geregel, maar als het plein dan eenmaal volstaat met duizenden mensen en is verlicht met niets dan simpel kaarslicht, dan verbindt het de stad.” Gelukkig doet Volbeda dit samen met een heel team betrokken vrijwilligers en de spreuk: een plus een is drie gebruikt ze dan ook graag. Overtuigd dat je met drie man altijd meer kan verbinden in een stad dan met twee. “Kijk maar naar Gouda bij Kaarslicht. Het feest is ontstaan vanuit de gemeente en had nooit zo’n groot succes kunnen worden als het niet de hulp van tientallen vrijwilligers had gekregen. Als overheid mag je blij zijn met burgers die de schouders er onder steken en iets willen bereiken. Gouda mag blij zijn met zoveel vrijwilligers!”
Met prepensioen, en nu?
Van Ineke mag ik vooral het woordje pre voor pensioen écht niet vergeten. Want aan helemaal stoppen denkt ze nog lang niet, maar tijd overhebben voor andere leuke dingen ziet ze wel zitten. Zo werkt ze op het moment samen met haar man aan de familievoorstelling Isabel Iskariot – een voorstelling waarin veertien delen uit de MatthäusPassion gezongen worden tussen het verhaal door van Isabel Iskariot, de dochter van Judas. Gaat ze meer tijd vrijmaken voor familie, lezen, theater en misschien wel mooie reizen. Maar het allerleukste aan haar prepensioen? “Ik word weer ‘gewoon’ inwoner.”