Gedeputeerde Staten hebben vandaag het voornemen uitgesproken om Schiedam en
Den Haag geen ontheffing te verlenen voor het vestigen van ‘grootschalige sport¬detailhandel’ buiten de bestaande winkelgebieden. Het dagelijks bestuur van de provincie wil vast¬houden aan het geldende beleid op grond waarvan detailhandel zo veel mogelijk in bestaande winkelgebieden wordt geconcentreerd. Provinciale Staten vergaderen op 19 november 2014 over de kwestie. Daarna nemen Gedeputeerde Staten het definitieve besluit of de provincie de ontheffing ook echt gaat weigeren.
De grootschalige sportdetailhandel is voorzien op het Hargaterrein in Schiedam en het Forepark in Den Haag. De gemeenten willen hier filialen van de Franse sportketen Decathlon vestigen van respectievelijk 7.000 m2 en 9.250 m2. Schiedam en Den Haag hebben de ontheffingsverzoeken ingediend op respectievelijk 25 juni 2014 en 7 juli 2014.
Verordening Ruimte
De vestiging van de grootschalige sportdetailhandel is in strijd met artikel 2.1.4 van de Verordening Ruimte 2014. In dit artikel is bepaald dat nieuwe detailhandel gevestigd dient te worden binnen of direct aansluitend aan de bestaande winkelgebieden en de centra van steden, dorpen en wijken. Uitzonderingen zijn slechts mogelijk voor enkele branches die vanwege aard of omvang van de producten niet of niet goed inpasbaar zijn in de winkelcentra en niet essentieel zijn voor de kwaliteit van deze centra; zij worden ook wel aangeduid als ‘perifere detailhandel’. De perifere detailhandel wordt in de Verordening Ruimte in een uitputtende lijst opgesomd. Sport¬detailhandel ontbreekt in de opsomming.
Voldoende ruimte in bestaande winkelgebieden
De beide gemeenten stellen dat het winkelconcept (‘try and buy’, gecombineerd met een evenemententerrein) zoveel extra ruimte vergt, dat vestiging in de bestaande winkelgebieden niet haalbaar is. Gedeputeerde Staten zijn van mening dat er binnen de bestaande winkelgebieden voldoende mogelijkheden zijn om grootschalige sportdetailhandel te faciliteren. Er is geen sprake van bijzondere omstandigheden die aanleiding geven om voor Schiedam en Den Haag een uitzondering te maken.