Woensdagmiddag 3 december wordt het ambacht plateel schilderen in Gouda op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland geplaatst. Plateelschilder Trudy Otterspeer ondertekent dan samen met de burgemeester van Gouda, Milo Schoenmaker, en Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) het certificaat, waarmee de plaatsing officieel is. Dit feestelijke moment vindt plaats in Museum Gouda, dat veel plateelwerk huisvest.
Vakmanschap
Het woord ‘plateel’ is afkomstig van het oud Franse woord ‘platel’, dat platte schotel betekent. Plateel is een benaming voor wit, ongeglazuurd aardewerk. De versieringen worden door een plateelschilder, met de hand, op het aardewerk aangebracht. Voor de opbouw van het schilderwerk is veel vakmanschap vereist. Als de beschildering klaar is, wordt het aardewerk van een laagje transparant glazuur voorzien waarna het voor een tweede keer op 1040 graden gebakken wordt. Plateel schilderen omvat onder meer Delfts blauw, Makkumer aardewerk en Gouds plateel.
Traditioneel ambacht
Eind negentiende, begin twintigste eeuw openden vele plateelbakkerijen in Nederland en met name in Gouda hun deuren. In de jaren dertig kwam er door een staking van plateelarbeiders en de economische crisis een einde aan de populariteit. Na een korte heropleving in de jaren vijftig en zestig zakte de aandacht voor plateel schilderen weer in. Door het verdwijnen van de meeste plateelbakkerijen aan het eind van de twintigste eeuw is ook het ambacht van plateelschilder vrijwel verdwenen.