Gouda – Als je het niet weet fiets je er zo voorbij. Net na de Action ligt, goed verscholen achter een heg, een weggetje met een hele ris woonwagens eraan. In deel I verhaalde deze krant al over de ondergrond van het woonwagenkamp, die op verschillende plekken dramatisch is verzakt. Maar hoe komt het eigenlijk dat de woonwagenbewoners op een bedrijventerrein wonen? Weekblad deGouda zocht het uit.
Deze serie gaat over het woonwagenkamp aan de Goudkade.
Vandaag in deel II: ‘Wij blijven hier’
Het wekte grote verbazing dat de woonwagenbewoners van de Goudkade al 36 jaar op een tijdelijk terrein wonen. Gelegen op industrieterrein Kromme Gouwe, is de plek helemaal niet bedoeld om te wonen. Het terrein van de gemeente Gouda bleek bovendien in slechte staat te zijn. Toch staan de woonwagenbewoners hier niet zomaar.
Artikel gaat verder na de krantenfoto van De Goudsche Courant
Op de foto wordt een compleet woonwagenhuis door Nederhoff vervoerd
Meer kampen
In 1980 waren er drie grote woonwagenkampen in Gouda: aan de van den Boschstraat, het Nonnenwater (ofwel Bolwerk) en de Eerste Moordrechtse Tiendeweg (EMT).
De gemeente Gouda werkte in die tijd aan een grote verbouwing. Het Rijk had eind jaren ’70 namelijk besloten dat gemeentes de grote, regionale woonwagenkampen moesten omvormen tot kleinere kampen. Gouda was hiervoor op zoek naar nieuwe locaties, maar het overleg hierover zat in 1981 al muurvast. Plekken als de Goudkade, het HBG terrein (nu Nieuwe Parkerf) en Noorderhout, vonden de woonwagenbewoners niets. Locaties die de bewoners voorstelden, bij de Drie Notenboomen en omgeving, zag de gemeente juist niet zitten.
Eerste Moordrechtse Tiendeweg
De bewoners van de Goudkade stonden op het EMT-terrein, dat verzakt, doornat en vervuild was. Zij vroegen de gemeente de plek op te schonen en de bodem te verbeteren, waarop de provincie met het project aan de slag ging. Als tijdelijke locatie legde Gouda een plak asfalt op de Goudkade aan. Dit zou een noodlocatie voor zo’n zeven maanden zijn, tot het project aan de EMT een vertraging opliep van meer dan zes jaar. Al snel wilden de bewoners niet meer weg.
Toenmalig ambtenaar woonwagenzaken, Frans van Gils, maakte het van dichtbij mee. Onverzettelijk en met karakteristieke hoed en zonnebril, staat hij in 1992 op de voorpagina van de Goudsche Courant. “Het was een gedraai van jewelste”, zegt van Gils. “Vandaag was het zus, morgen weer andersom”. In het krantenartikel leverden de bewoners argumenten aan: de plaatsen van de EMT waren te klein en een verplicht, uitpandig toilet nam onnodige ruimte in. De muur die om het terrein zou worden gebouwd vergeleken zij met de –zojuist neergehaalde—Berlijnse muur. ‘Pure gettovorming’, vond hun zegsman Hannes Bogaard.
Nonnenwater
Even verderop woonde aan het Nonnenwater nog een groep woonwagenbewoners. Zij stonden er op zwaar vervuilde grond van de voormalige gasfabriek. De provincie gebood de gemeente Gouda om hen een andere plek aan te bieden. Een Woonwagencomité deed hierop een voorzet om hen naar het nieuwe EMT-terrein te laten verhuizen. Sommigen hadden hier wel oren naar. Voor de gemeente was het voorstel onbegrijpelijk, want die plek was immers van de Goudkade-bewoners. Het was de Goudkade-groep, op hun beurt, een doorn in het oog dat een andere groep het op hun oude terrein voor het zeggen zou krijgen.
Zij voerden zulk luid protest dat de eerste paal aan de EMT onder politiebegeleiding moest worden geheid. Toen het EMT-terrein in 1992 toch gereed kwam werd de Goudkade voor het blok gezet: blijven op de tijdelijke Goudkade of terug verhuizen naar de EMT. Volgens de gemeente reageerden de bewoners hier niet op, waarop zij de knoop zelf doorhakte; begin 1993 namen de bewoners van het Nonnenwater hun intrek op de EMT.
Campagne
Nu waren er twee woonwagenkampen op een steenworp afstand, geheel tegen het beleid van de provincie in. De gemeente trof met hen een compromis: de Goudkade zou slechts open blijven tot de oplevering van het Nieuwe Parkerf. Aan de Goudkade werd de oplopende verhuisdruk gevoeld. Toch piekerde vrijwel niemand erover om naar het Nieuwe Parkerf te verhuizen. Zij vonden de plekken ook hier te klein en dankzij de hoge muren rondom kreeg het kamp al gauw de bijnaam ‘Alcatraz’ (naar de gevangenis).
Maar het grootste struikelblok was het beperkte aantal standplaatsen. Op de Goudkade stonden 23 wagens en op het Nieuwe Parkerf was maar plek voor 15, het maximum van de overheid. Een deel van de familie zou daarom naar de Strookpolderstraat (Goverwelle) moeten verhuizen. Met het gereedkomen van Nieuwe Parkerf, begin 1995, startten de Goudkade-bewoners een campagne tegen verhuizing naar ‘Alcatraz’. In deze beginjaren waagde slechts één bewoner de oversteek.
Artikel gaat verder na de krantenfoto van De Goudsche Courant
Te klein
Vermoedelijk waren de standplaatsen werkelijk aan de kleine kant. Dit had er niet in de laatste plaats mee te maken dat de woonwagens steeds groter werden. Het leverde de bizarre beelden op uit de Goudsche Courant van mei 1996, waar tijdens een verhuizing naar het Nieuwe Parkerf een woonwagen de hele openbare weg blokkeerde. De afmetingsnormen voor de standplaatsen liepen simpelweg achter de werkelijkheid aan.
De gevolgen waren te merken op de EMT en het Nieuwe Parkerf. Beiden werden ruim boven de norm aangelegd en toch waren de plekken krap en soms zelfs te klein. Telkens verwees de gemeente naar de norm, maar schoten de afmetingen tekort, met als gevolg weerstand onder de bewoners. Het aanleggen van woonwagenkampen en overleggen met de bewoners was sowieso een nieuw fenomeen. Het werpt de vraag op of er geen kern van waarheid zat in de uitspraak van zegsman Bogaard, dat ‘de gemeente gewoon niet wist wat zij met ze aan moest’.
Vertraagd
Toen de Goudkade-bewoners na oplevering van het Nieuwe Parkerf nog niet wilden verhuizen, begon de gemeente te dreigen met een hardhandige ontruiming. Soms werd zij hierbij vertraagd door juridische procedures, op andere momenten bleek zij gewoon niet door te durven bijten, uit vrees voor escalatie. Het onbegrip was huizenhoog. De gemeente hield, onder druk van de provincie, vast aan het oorspronkelijke idee van de tijdelijke locatie. De woonwagenbewoners zagen de Goudkade als hun thuis en zeiden niet te begrijpen waarom ze er zo nodig weg moesten.
Acties
In hun verzet kwamen de bewoners met vele ludieke en minder ludieke acties. Zo is er een foto uit de toenmalige Goudsche Courant van een Nederhoff-kraan op het kamp, waar een bewoner uit protest tegenaan plast. Andere acties zijn steviger. Oud-ambtenaar Frans van Gils herinnert zich nog de avond waarop een bewoner hem thuis kwam opzoeken om verhaal te halen. De ambtenaar verzocht hem met klem om alleen overdag contact te zoeken. Uit protest tegen de tijdelijkheid van hun standplaats besloten bovendien zo’n vijftien bewoners jarenlang hun stroomrekening niet te betalen. Een afsluiting onder begeleiding van de ME was het gevolg.
Bladerend door het archief stuit je verder regelmatig op het woord ‘discriminatie’. Zoals toen een aantal bewoners in 1995 naar de rechter stapten, omdat de gemeente geen gasaansluiting wilde aanleggen. Op zo’n moment lijken de partijen haast in twee parallelle werelden te hebben geleefd: de gemeente werkte in die periode immers aan de ontruiming van de woonwagenlocatie.
Wind draait
Eind jaren ’90 schafte het Rijk de woonwagenwet af, waardoor de kampen ineens wel naast elkaar mochten bestaan. Toen in 2001 wethouder Vermeij aantrad, draaide de wind definitief. Hij nam een besluit: de Goudkade mocht voorlopig blijven bestaan.
Opmerkelijk genoeg vond Vermeij dat de twee kampen (EMT en Nieuwe Parkerf) ‘een behoorlijke puinhoop’ waren. Het Nieuwe Parkerf werd daarom opgeknapt. Nadat de plaatsen groter waren gemaakt, wilden verschillende bewoners van de Goudkade wel verhuizen. Ook de Strookpolderstraat liep langzaam vol. Op de Goudkade kwam zo weer voldoende ruimte voor een ordentelijk woonwagenkamp.
Toch bleef de locatie tijdelijk. Hoe lang de bewoners nog mogen blijven? Daarover lees je in deel III van deze serie.
Dit artikel is gemaakt op basis van diverse interviews, archiefmateriaal en beleidsnotities van de gemeente Gouda en Rijksoverheid.
05-11-2021 17:00