Subsidieregeling opengesteld voor verbeteren winkel- en centrumgebieden in Zuid-Holland

Het College van B&W heeft vandaag een verklaring naar de gemeenteraad gestuurd over de mislukte handhavingsactie van ODMH betreft een muur achter de voormalige Turfmartkerk. Khalid Boutachekourt, bekend van de Turfmarktkerk, kreeg met kerst 2020 een brief van ODMH. Volgens de handhavers was een muur op zijn grond instabiel en moest die worden gestut en gesloopt. En wel binnen 4 weken! Het muurtje bleek niet van hem te zijn, vervolgens bleef het bouwwerk rustig staan. De memo van vandaag werkt om de olifant in de kamer heen, want; waarom moest Boutachekourt een muur stante pede slopen, terwijl een ander hem mag laten staan? Is hier sprake van willekeur?

Khalid Boutachekourt wist dat hij geen eigenaar was van de muur. Toen hij een erfgrensreconstructie had laten doen bleek dat dit klopte. De tijd tikte vervolgens geduldig door; Intussen is het juni en is er nog niets gebeurd om de muur te herstellen of slopen. Volgens de raadsmemo is er geen sprake van instortingsgevaar en was de tussenliggende tijd nodig om duidelijkheid te krijgen. Maar de brief die Boutachekourt in december 2020 ontving bevatte een heel andere analyse.

ODMH stelde in die brief, in handen van deze krant, dat een deel van de muur moest worden gestut en een ander deel gesloopt, om de gevaarlijke situatie weg te nemen. Dit alles binnen vier weken tijd. Het is nu een half jaar later en er is niets gebeurd om het gevaar weg te nemen, ziet Boutachekourt: “Het enige wat ze hebben gedaan is zich op mij focussen. Wat ze niet hebben gedaan is aangegeven hoe nu de veiligheid is gewaarborgd, door welke herstelmaatregelen. Er zijn namelijk nog helemaal geen herstelmaatregelen uitgevoerd”.

Vele vragen
De memo benadrukt dat het met de 4 weken ‘geen fatale termijn’ betrof. In de brief uit december is echter te lezen dat ODMH na die termijn een dwangsom kan opleggen. De vrijblijvendheid lijkt dan ook vooral een papieren realiteit. Dat de vier weken niet gingen over instortingsgevaar is daarbij niet meer dan een kanttekening.

En er zijn meer vragen. Zo wordt niet uitgelegd hoe het kan dat ODMH niet wist wie de rechtmatige eigenaar was van de muur. Ook wordt niet meegedeeld waarom er eerst instortingsgevaar zou zijn geweest en nu niet meer. Het feit dat de muur nog altijd niet is gestut en gesloopt maakt dat er een zweem van willekeur over de zaak hangt. Was hier sprake van een standaardprocedure of betreft het een gerichte actie op een Goudse burger?

Khalid Boutachekourt viel nog iets op aan de memo: “Ze laten onvermeld dat de VVE Clarissenhof de grootste eigenaar is van de muur. Ze weigeren de twee eigenaars van de muur te noemen”.

Grensreconstructie
De zaak rond het muurtje kwam aan het rollen toen bleek dat ODMH wel ingreep richting Boutachekourt, maar niets deed om de veiligheid te garanderen toen een van zijn buren eigenaar bleek. Eerst was bij een grensreconstructie gebleken dat de muur helemaal niet op zijn grond stond. Vervolgens bleef het bouwwerk gewoon staan, en staat het nog steeds.

Lees hier meer over het onderwerp.

09-06-2021 13:40