Gouda – “Ik vind het nog steeds práchtig, ik kan vol verwondering naar een voorstelling kijken”, zegt Nel Oskam uit de grond van haar hart. Ze is sinds 1985 directeur van De Goudse Schouwburg en heeft publiek en artiesten aan deze schouwburg weten te binden. De Goudse Schouwburg staat er nu 25 jaar en alles klopt, vindt Nel: het aantal voorstellingen, de diversiteit, het publiek, de artiesten. Ze is een tevreden, en vooral ook bevlogen mens.
Nel Oskam weet veel te vertellen over de afgelopen 25 jaar, maar ze valt even stil als ze zoekt naar een antwoord op de vraag welke voorstellingen haar in het bijzonder zijn bijgebleven. “Ik heb zoveel
mooie herinneringen”, zegt ze nadenkend. “Als ik hier antwoord op zou geven, zou ik zoveel over het hoofd zien. Dat zou niet eerlijk zijn, er is zoveel moois.” Het waren ook enorm veel voorstellingen die in 25 jaar op de planken hebben gestaan. Het eerste seizoen ‘92/’93 waren het er 133, maar al vrij snel groeide dat aantal uit naar rond de 300. Nel bladert even door de programmagids van het allereerste seizoen in deze schouwburg. Er staan namen in van artiesten die nu nog steeds in Gouda komen, zoals Paul de Leeuw, Herman Finkers, de Nits, Introdans en Tineke Schouten.
De schouwburgdirecteur krijgt meer voorstellingen aangeboden dan ze ooit kan programmeren. De kunst is daaruit een mooie mix te kiezen. “Hoe je dat doet, is niet in drie minuten te vertellen. Dat is heel veel gezien hebben in binnen- en buitenland. Het is gevoel en ervaring.” Natuurlijk kijkt ze naar wat het publiek in Gouda leuk vindt, maar dat is niet alles bepalend. “Je moet het publiek voorblijven, de mensen uitdagen. Ik leg ook mijn eigen signatuur in de programmering.” Die handtekening zet ze vooral met dans, toneel en opera. (foto Tom Croes)
Elk nieuw seizoen probeert ze een mooie diversiteit aan te brengen in de producties. Op één avond staan er in de Grote en in de Kleine zaal voorstellingen voor verschillende soorten publiek. Verder probeert ze de genres, zoals toneel, dans, cabaret en muziek, goed over het seizoen te verdelen. De programmering slaat aan, de avonden worden goed bezocht, door ook nog eens enthousiaste mensen. “We hebben een trouw en enthousiast publiek dat altijd leuk mee doet. Dat hoor ik ook terug van de artiesten; ik krijg vaak complimenten.”
Je gaat zitten, zet je open en er gebeurt wat
met je. Mooi hè?”
Wat is voor haar de magie van het theater? “Je kunt zo geboeid zijn, zo worden meegetrokken in de voorstelling. Dat gebeurt thuis voor de tv niet. Er komen emoties los: verwondering, blijdschap, soms boosheid of irritatie. En het is live; er kan van alles gebeuren. Je gaat zitten, zet je open en er gebeurt wat
met je. Mooi hè?”
‘Nieuwbouw was nodig’
Op 30 september is het precies 25 jaar geleden dat het huidige pand van De Goudse Schouwburg werd geopend. Tot die tijd stond de schouwburg net achter het gebouw dat er nu staat. Dat gebouw kende maar één zaal, waarvan de toneelopening vrij krap was. Grote producties als musicals konden hier niet worden gespeeld. Maar ook voor kleinere gezelschappen, die nu in de Kleine zaal staan, was de ruimte niet geschikt. Toch waren dat niet de grootste problemen, vertelt schouwburgdirecteur Nel Oskam die als ‘bouwpastoor’ volop was betrokken bij de nieuwbouw. “De fundering was heel erg slecht. Het pand stond op houten palen die waren weggerot.” Het gevolg was dat bijvoorbeeld de trap naar de ingang van de zaal steeds meer ging wijken van de muur. Dat werd onveilig. Achter de schouwburg, die destijds ook dienst deed als filmzaal, was de Kunstmin. Deze werd in de pauzes gebruikt door de schouwburg en op andere tijden verhuurd voor feesten en partijen. Renovatie was geen optie, het gebouw was op. Nieuwbouw betekende meer zalen en meer voorstellingen. Vanaf het begin had Nel Oskam er alle vertrouwen in dat er groeipotentie was. “We zagen dat er voldoende publiek was en we hebben onze kans gegrepen!”