Gouda – “Het uiteindelijke doel van het Ondernemersfonds is om de economie van Gouda te stimuleren’’, legt onafhankelijk voorzitter Rob de Bruin uit. Vanuit dit fonds worden allerlei ondernemersinitiatieven in de stad bekostigd; initiatieven die zorgen voor een goed ondernemersklimaat in Gouda.
Het Ondernemersfonds Gouda (OFG) is destijds in het leven geroepen in samenspraak tussen gemeente en ondernemersverenigingen. Het is er om initiatieven van ondernemers financieel te ondersteunen. Hoe gaat dat in zijn werk? Per jaar komen er vele verzoeken van ondernemersverenigingen binnen, legt Rob de Bruin uit. Dat aantal is sinds de start in 2009 flink gestegen. Die verzoeken zijn erg uiteenlopend. Ondernemers vragen bijvoorbeeld om een financiële bijdrage voor de beveiliging van een industrieterrein, waardoor het terrein veiliger en daardoor aantrekkelijker wordt voor nieuw te vestigen bedrijven. Maar het kan ook gaan om een verzoek voor stadsversiering, omdat het bijna 5 december is. Dergelijke plannen worden goedgekeurd, omdat ze mensen naar Gouda trekken en dat komt weer ten goede aan de economie in de stad.
Geld in de pot
Het Ondernemersfonds bestaat uit een pot met geld. Waar komt dat vandaan? Rob de Bruin legt dat uit. Een ondernemer betaalt een Onroerende Zaak Belasting voor het pand waarin zijn bedrijf is gevestigd. Voorgaande jaren bestond werd deze belasting verhoogd met een opslag van vijf procent; sinds dit jaar is dit opslagpercentage omhooggegaan naar zeven procent. Deze opslag wordt in het fonds gestort dat ten goede komt aan de ondernemers en wordt beheerd door de Stichting Ondernemersfonds Gouda.
Gouda is opgedeeld in twaalf gebieden en twee sectoren. Denk bij gebieden bijvoorbeeld aan Binnenstad, Goverwelle en Bloemendaal. Elk gebied heeft een eigen potje met geld en iedere ondernemersvereniging in het gebied kan een verzoek indienen en als het wordt goed gekeurd, ook geld ontvangen om het uit te voeren. Wordt dit potje niet leeg gemaakt, dan vervalt het na drie jaren aan het stadsbrede fonds. Op dat fonds kan iedere ondernemer, die OZB betaalt een beroep doen. Een voorbeeld hiervan is het initiatief om Houtmansplantsoenconcerten op zondagmiddag te organiseren. ’’Het bestuur van het OFG verwachtte dat die concerten veel bezoekers naar Gouda zouden trekken en daarmee de economische vitaliteit van de stad zouden versterken en dus kon het plan uitgevoerd worden”, aldus Rob de Bruin.
Terugbetalen
Als er verzoeken goedgekeurd zijn, is het wel de bedoeling dat het door het Ondernemersfonds betaalde geld gebruikt wordt voor het ingediende plan. Als ondernemers het geld, of een deel daarvan, gebruiken voor andere dingen die niet zijn afgesproken, moet het geld worden terugbetaald. Rob vertelt: “Ook is het de bedoeling dat er voldoende geld uit de pot gehaald wordt. Als dit niet het geval is, proberen wij dit per gebied te stimuleren.
Het grote voordeel van het gekozen mechaniek is dat iedereen meebetaalt. Dit om ‘freeriders’ tegen te gaan, ondernemers die zelf niet met initiatieven komen, maar wel meeprofiteren van de ideeën van anderen. Alle ondernemers betalen nu mee, maar profiteren ook van ontplooide initiatieven en uitgevoerde plannen. Daar is dus iedereen mee gebaat.”
Succesvol
Het Ondernemersfonds Gouda is zo succesvol dat gemeente en ondernemersverenigingen eind vorig jaar hebben besloten het fonds weer voor vijf jaar te verlengen, tot 2021. Wat is er de afgelopen jaren gerealiseerd? Er zijn nieuwe ondernemersverenigingen opgericht, alle bedrijventerreinen hebben parkmanagement gekregen, er zijn nieuwe initiatieven ontwikkeld om de arbeidsmarkt te versterken, de binnenstad heeft een centrummanager gekregen, bedrijventerreinen en winkelcentra zijn veiliger geworden, de samenwerking binnen de zorgsector is versterkt en de binnenstad is uitgeroepen tot Beste Binnenstad van Nederland. Dit alles mede dankzij het OFG.
Rob de Bruin: “Door voortzetting van het fonds betalen alle ondernemers mee aan het verder verbeteren van het economische klimaat in Gouda en kunnen initiatieven daartoe worden uitgevoerd, die anders niet of moeilijk van de grond zouden zijn gekomen.”