Gaat het Goudse riool u nu meer of minder kosten? (deel II)

Gouda – We eindigden in deel I van ons onderzoek met de constatering dat de rioolheffingskorting van 2014 t/m 2019 met maar liefst 100,8% gestegen was. In het kort: dit was noodzakelijk om van het leensysteem voor de rioolwerkzaamheden af te komen. De afschrijvingstermijn op riolering bedraagt 40 jaar, dus het duurt nog wel even voor alle historische kapitaallasten (leningen en rente) uit de boeken verdwijnen. In 2021 is voor het eerst de rioolheffing verlaagd omdat de voorziening voldoende gevuld is om de rioleringskosten uit de begroting op te vangen. En hier komt de vraag naar voren hoe het systeem financieel en organisatorisch werkt.

De voorzieningen pot werkt zo ongeveer als communicerende vaten
Uiteraard wordt er elk jaar een begroting gemaakt. De rioolheffingen en de riool uitgaven komen en gaan via de voorzieningen pot. Met name voor het onderdeel riool is deze losgekoppeld van de algemene voorzieningen. Die voorzieningen pot riolering is vanaf 2014 gevuld met de jaarlijks gestegen rioolheffingen.

Wat wordt er in die pot in en uit gesluisd?

  • Alle inkomsten uit rioolheffing worden hieraan toegevoegd
  • Alle riool gerelateerde rekeningen worden hiermee verrekend.
  • Zoals gezegd gevuld met de hogeren heffingen zodat er geen kapitaallasten meer vanuit de voorziening gedekt hoeven te worden hoeft te worden.
  • Toegevoegd wordt geoormerkt geld dat niet gebruikt kon worden door bijvoorbeeld vertraging in de projectuitvoering.
  • BTW kwijtschelding, zo genaamde compensabele BTW.
  • Uit de pot worden jaarlijks de (historische) kapitaallasten gedekt.

Hoe is het de laatste jaren de voorzieningen pot voor riolering vergaan?
Onderstaand schema laat dat zien. Let u op: vermelde bedragen x 1000

Stand voorzieningen pot riool per 31 december in het jaar: Bedrag Onttrokken
of gestort
2016   6.867 –     436*
2017   9.867 +  3.000
2018 13.545 +  3.678
2019 18.024 +  4.479
2020 22.481 +  4.457
Totaal   +15.614

*Het eindbedrag in 2016 werd bereikt nadat 436 onttrokken was.
Eind 2020 was de voorzieningen pot dus inmiddels gevuld tot 22.481
Dat is een percentuele groei van de riool voorzieningen pot over deze jaren
van 227,5%.
Op een vraag over deze  inmiddels sterk gegroeide voorziening antwoordt de wethouder: ” Alle inkomsten die vanuit de heffing bij de gemeente Gouda binnenkomen, worden besteed aan directe en indirecte kosten die met de riolering in Gouda verband houden”. (100% kostendekking, geen winst).

Kantelpunt is bereikt
Verder meldt Michiel Bunnik dat de gestegen omvang van de voorziening samenhangt met de omslag in de systematiek. Vanaf 2020 zullen de investeringen steeds 1-op-1 via de voorziening worden verrekend waardoor de voorziening naar verwachting met miljoenen per jaar zal afnemen. Om met de nieuwe cash-out systematiek te kunnen starten, moest de omvang van de voorziening eerst fors toenemen. Het kantelpunt is nu bereikt: de voorziening heeft voldoende omvang gekregen om in 2020 te kunnen starten met de cash-out systematiek, in lijn met de afspraak uit het raadsbesluit uit 2014.

Waarvoor worden de gelden in de voorzieningen pot aangewend?
De kostenpost mag dan de naam “riolering” dragen, er worden ook gerelateerde werken mee betaald als groot onderhoud, calamiteiten en huisaansluitingen:

  • Kapitaallasten (= kosten rente en afschrijving)
  • Gemalen en ATS/Drukriolering
  • Perceptiekosten
  • Klimaatadaptie
  • Onderzoekskosten
  • Toerekening straatreiniging
  • Toerekening baggeren

De voorzieningen zijn bedoeld voor egalisatie van onderhoudslasten en tarieven om te voorkomen dat ongewenste fluctuaties in het onderhoudsniveau optreden en om een gelijkmatig tariefverloop te bevorderen. De voorzieningen hebben als enig oormerk dat het saldo besteed moet worden ter dekking van rioleringskosten.

Waarom kon de rioolheffing in 2021 lager worden?
De gemeente werkt met een GRP, Gemeentelijk Riolering Plan, dat elke 5 jaar door de raad wordt opgesteld met daarin een herziening van de heffingen op basis van voortgang, stand van de voorzieningen, inzichten, enz.
Voor 2021 bleek dat de inkomsten dusdanig voordelig t.o.v. de kosten zouden worden, dat voor het eerst het tarief omlaag kon. Een prettige bijkomstigheid omdat daardoor de gestegen OZB en Afvalstoffenheffing gecompenseerd kon worden.
Inwoners en bedrijven moeten zich echter nog niet rijk rekenen. In 2020 en waarschijnlijk ook in 2021 liepen en lopen een aantal rioleringsprojecten flinke vertraging op. Dan wordt er dus geld overgehouden. Dat verlaat de voorzieningen pot dan niet . Dat “boekhoudkundige” geld zal nauwelijks rente opleveren, maar gelijktijdig lopen de tarieven in de bouw (loon- en materiaalkosten) schrikbarend op.

Is er teveel geïnd en wordt er nu terugbetaald?
Volgens het GRP zouden de heffingen vanaf 2034 dalen maar het werd 2021. Dat werd deels veroorzaakt door nieuwbouw waarbij de nieuwe rioleringen voorlopig geen onderhoud vragen. Maar kan de dalende trend van 2021 worden doorgezet c.q. wordt het teveel geïnde geld terugbetaald? Daarop antwoordt Bunnik:

“Ten behoeve van de programmabegroting 2022-2025 zal in september een nieuwe afweging worden gemaakt m.b.t. de hoogte van de benodigde rioolheffing in 2022. Hierbij wordt in een uitgebreid rekenbestand een actuele foto gemaakt van alle verwachte kosten en opbrengsten in de komende 10-30 jaar, waarbij ook de actuele stand van de voorziening wordt betrokken.”

Toekomstige onzekerheden
Veel zal afhangen van de snelheid of vertraging van projecten en de invloed er op van stijgende kosten en personeelsgebrek bij aannemers.
De portefeuille riolering is in handen van wethouder Hilde Niezen en zij zal kunnen aangeven hoe zij de voortgang van projecten en de eventuele consequenties ziet.
Haar antwoorden zullen zeker invloed hebben op de hoogte van de heffingen.

19-07-2021 10:00