De joodse Herman van Praag overleefde drie jaar concentratiekamp waarna hij besloot om alles uit
het leven te halen wat erin zat – en concludeert daaruit dat hijzelf in zijn leven vrije keuzes heeft
gemaakt, en dat niet zijn brein voor hem de besluiten nam: “Ik was de bouwmeester van mijn leven,
ikzelf, mijn denkende zelf, niet mijn brein
Hij weet zijn publiek te prikkelen met opmerkingen als: Atheïsme is eigenlijk een afwijking van de
norm. Van Praag legt uit: “Ik heb atheïsme vergeleken met ongevoeligheid voor esthetische
ervaringen en prikkels. Als iemand zegt ‘Schilderijen zeggen me niets’ of ‘Literatuur en muziek doen
me weinig’, dan ontbreekt daar iets dat het leven rijker en interessanter maakt. Datzelfde vind ik van
religieuze onontvankelijkheid. Als iemand niets met religie heeft, dan ontbreekt er een dimensie. De
meeste mensen zijn wel ontvankelijk. En ik vind het dan ook een tekort, een deficiëntie.”
Herman M. van Praag is emeritus hoogleraar psychiatrie. Hij spreekt en schrijft over relaties tussen
religiositeit/spiritualiteit en menselijk gedrag. Over zijn laatste boek Net voorbij de rede zal hij
dinsdag 15 maart spreken: het grensgebied tussen vernuft en verbeelding. Er doemen daar gevaren
op, maar eveneens fascinerende vergezichten. In dit gebied bewegen zich de visionaire geesten: de
grote kunstenaars, de grote wetenschappers.
In dit grensgebied komt ook de Bijbel- dat grandioze hoogtepunt van menselijke verbeelding- tot
leven en ontwikkelt zich een Gods- beeld. De spreker gaat in op de vraag wat deze “verbeeldingen”
voor hem betekenen.