Vlak na een lockdown steeg het slagingspercentage voor het rijexamen aanzienlijk. Zo haalden in de eerste week na de voorjaars-lockdown van 2020 bijna 2 op de 3 kandidaten hun rijbewijs bij het CBR. Het slagingspercentage is zo’n 15% hoger dan het gemiddelde voor de pandemie. Dit blijkt uit een onderzoek van FBTO, op basis van cijfers van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).
Ook in de week na de tweede lockdown slaagden opvallend veel kandidaten voor het autorijbewijs (57,8%). Naast de lockdownperiodes blijken de kerst- en de meivakantie een goed moment om af te rijden. Voor corona lag in de ‘gemiddelde meivakantie’ het slagingspercentage tot 1,8% hoger dan gemiddeld. In de eerste en laatste week van het jaar vertrokken zelfs tot 2,4% meer kandidaten met een rijbewijs bij het CBR.
Hoogste slagingspercentage bij rijschool opgericht in jaren ‘80
Per rijschool zijn er grote verschillen. Rijscholen die in de jaren ‘80 zijn opgericht hebben het hoogste slagingspercentage. Hun leerlingen slagen 11,7% vaker dan gemiddeld, zo blijkt uit cijfers van oktober 2020 tot september 2021.
Bij rijscholen die na 2010 zijn opgericht hebben kandidaten een lagere kans om te slagen: -5,6%. Naast het moment van afrijden, blijkt dus ook de rijschoolkeuze van invloed op de slagingskans.
Meeste kans op slagen in Maastricht en Assen
Het CBR telt 54 examencentra in Nederland. Tussen oktober 2020 en september 2021 bleken leerlingen het vaakst succesvol in Maastricht. 64,1% van de kandidaten slaagde hier namelijk voor het rijbewijs. Ook in Assen (62,4%) en in het Limburgse Urmond (61,8%) is het slagingspercentage opvallend hoog.
In Rotterdam waren juist de meeste pechvogels. Slechts 33,8% van de kandidaten vertrekt hier met een rijbewijs bij het CBR. Naast Rotterdam is Barendrecht (39,3%) een negatieve uitschieter. Rijscholen uit die omgeving kennen over het algemeen ook zeer lage slagingspercentages.
Meer informatie over het slagingspercentage per gemeente is te vinden op: https://www.fbto.nl/verzekeringen/berichten/grote-rijexamen-onderzoek