Gouda – Het Plan Bureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft de uitkomst van een onderzoek naar de voortgang van de energietransitie in Nederland gepubliceerd. Dat onderzoek werd gedaan door de ontwikkelingen te onderzoeken van de 30 Regionale Energie Strategieën (RES)in Nederland. De RES Midden-Holland, waar Gouda deel van uitmaakt, is daar één van. In 2030 moeten alle regio’s gezamenlijk 35 Terawattuur (TWh) opwekken door wind- en zonneparken op land. Is dat doel te bereiken en hoe staat Gouda er nu voor?
Een beetje overdrijven bij ambities is overheden niet vreemd Het PBL komt bij een onderzoek tot de slotsom dat de gezamenlijke ambities van alle RES regio’s de verwachtingen ver overtreffen. In de plannen staat dat in 2030 een productie van 35 TWh zal moeten zijn bereikt. Uiteindelijk blijken verwachtingen ingediend voor 55TWh. Het PBL tekent er gelijk bij aan dat zij berekenenden dat hoogstens 35 tot 46 TWh in 2030 kan worden opgewekt. We nemen contact op met Jan Matthijsen, projectleider van het PBL onderzoek, om nadere toelichting te krijgen. Op onze eerste vraag hoe realistisch die uitkomst van de gezamenlijke RES Regio’s is, geeft hij aan zelf ook verbaasd te zijn over de uitkomst. Van de andere kant heeft de ervaring hem geleerd dat overheden nog wel eens willen overdrijven bij dergelijke vragen. Het zijn tenslotte ambities.
Het woord ambitie is nog al populair bij overheden Voordat we verder ingaan op de uitkomst van het onderzoek is het goed de veelgebruikte termen ambitie nader toe te lichten. Het woord ambitie houdt kortgezegd in “streven naar”. Als het college van Gouda schrijft dat ze de ambitie heeft om 10 jaar eerder van het gas af te zijn is dat dus niets meer en niets minder dan streven naar. Met het gebruik van het woord ambitie kom je altijd goed weg. Als uiteindelijk niet aan een ambitie voldaan kon worden kan men zich verdedigen met: “maar het was een goed streven”.
Laat nu de landelijke RES ook spreken over “gezamenlijke ambities” Met de uitleg hierboven komen de gezamenlijke ambities van de energie regio’s in een ander licht te staan. Dat blijkt ook wel wanneer Matthijsen van het PBL toelicht dat de regio’s in 2030 moeten voldoen om 70% van de elektriciteit hernieuwbaar op te wekken. Dit wordt voor de regio’s een pittige uitdaging. Niet alles is nu al te overzien en veel is nieuw. Dat maakt een planning extra lastig. Na de gemeenteraadsverkiezingen komen er bovendien deels nieuwe RES besturen en het elektriciteitsnet barst bovendien nu al uit z’n voegen. Hij vestigt ook de aandacht op het feit dat de hele energietransitie top-down is opgezet. Als de burger de consequenties eenmaal duidelijk wordt ligt extra vertraging op de loer.
Als RES landelijk denkt te weten hoeveel energie met windmolens en zonnepanelen in 2030 kan worden opgewekt. Dan moet Gouda en de RES Midden-Holland toch ook al weten hoeveel van deze nieuwe energie opwekkers er komen? Hoe kan men anders hun bijdrage aan de landelijke RES onderbouwd hebben doorgegeven? Een logische vraag die wij dus bij de RES Midden-Holland deponeerden. Het antwoord: “De zoekgebieden zijn aangewezen, de concrete invulling van de zoekgebieden qua aantallen zijn nog niet ingevuld. Dat gaat de aankomende twee jaar gebeuren. Dit is afhankelijk van lokale initiatieven, planologische haalbaarheid en technische aansluiting op het net. Wanneer de RES 2.0 volgend jaar komt, moeten alle randvoorwaarden zijn ingevuld ( technisch, planologisch, juridisch).” Hier worden we nu dus nog niet veel wijzer van.
Wat weten wij niet wat RES Midden-Holland wel weet? In het onderzoek van het PBL staat ook aangegeven wat per RES-gebied de verwachtingen zijn t.a.v. de elektriciteitsproductie in 2030. Daaruit blijkt dat een aantal RES-regio’s overschrijven t.o.v. de doelstelling, maar dat het merendeel zich aan de eerder opgelegde hoeveelheid conformeert. Dat laatste geldt ook voor RES Midden-Holland, waar overigens Gouda de voorzittersrol vervult. Dat komt neer op 0,435 TWh. “De RES opzet werkt top-down”, zegt Mathijssen, “dus met details loopt men niet te koop”. Met als gevolg dat er bij burgers nog genoeg discussie los zal komen.
De groei van zonnepanelen gaat het netwerk overbelasten Het rapport geeft aan dat tot 2026 projecten worden uitgevoerd die al in de pijplijn zitten. Dit leidt echter tot een enorm snelle toename van elektriciteitsproductie. Bij de snelle groei van de zonnepanelen gaat de netwerk capaciteit een (chronische) belemmering vormen. Bij de toename van windmolens zorgt de recente uitspraak van de Raad van State voor onzekerheid. Wettelijk wordt er al aan een oplossing gewerkt aan nieuwe milieunormen, maar vertraging lijkt onvermijdelijk.
Een RES regio kan alleen maar verder bij interne consensus. Het is namelijk geen bestuursorgaan. Met andere woorden Gouda moet de verdeling van zonnepanelen en windmolens met zijn randgemeenten zelf uitknokken. Zoekgebieden zijn al wel vastgesteld maar over plaatsing is men niet verder gekomen dan drie “denkrichtingen”.
Wat nu? Alles wat burgers, bedrijven en gemeenten aan isolatie en het plaatsen van zonnepanelen kunnen doen is meegenomen en levert gelijk al schone energie op. Maar wetten, procedures, inspraak en tekort aan vakmensen en beperkte netwerkcapaciteit zullen voor behoorlijke vertraging zorgen. Het lijkt dan ook zinvol om de ambitie van Gouda om 10 jaar eerder van het gas af te willen, in de ijskast te zetten. Realisme spreekt de burger immers veel meer aan.
Cor Sul
02-02-2022 15:05