De dromen van drie dakloze Gouwenaars

Gouda – Samen zijn, verbinden en liefde geven vinden veel mensen in deze tijden extra belangrijk. Maar doen we dat ook voor hen die je niet zo goed kent? Bijvoorbeeld voor de mensen die je wel eens ziet rondhangen op de Markt, bij het centraal station of rondom de Chocoladefabriek?

In de woonkamer van het Leger des Heils van Gouda is de kerstboom allang opgetuigd. Zelfs in de achtertuin staat er een dennenboom te schitteren, aangekleed door de bewoners zelf. In het pand langs de IJssellaan verblijven ruim twintig gasten die zonder de organisatie structureel dakloos zouden zijn. Dankzij het Leger des Heils kunnen zij kerst vieren met een dak boven het hoofd. Drie bewoners van het Leger des Heils vertelden ons hoe het is om geen eigen huis te hebben, maar ook hoe zij de feestdagen ervaren. Want een huis hebben of niet: in tijden als deze is het ook voor hen van belang om te kunnen genieten van de verbinding en liefde die wij thuis aan elkaar geven rondom de dinertafel bij vrienden of familie.

Henk
Henk is 40 jaar oud en geboren en getogen in Gouda. Vanwege zijn moeizame verleden met alcoholgebruik is hij al een keer opgenomen in een afkickkliniek om te werken aan een beter leven. Dat gaat met pieken en dalen: “Ik heb structuur nodig,” vertelt Henk. Bij het Leger des Heils wordt onderdak en zorg verleend, maar verder word je niet bij de hand vastgehouden. De bewoners bepalen in die zin nog steeds hun eigen leven. Dat geldt dus ook voor Henk die dat soms nog lastig vindt. “Als ik geen structuur heb en met de verkeerde vrienden omga, kan ik heel lastig van dat spul afblijven,” aldus Henk.

Hij erkent dat het soms moeilijk is om als bewoner van het Leger des Heils op de Goudse straten te zijn. “Mensen zien aan je dat je feitelijk dakloos bent. Dat zorgt bij sommige lotgenoten voor schaamte. Ik heb daar persoonlijk gezien niet enorm veel last van.” Voor Henk zijn er andere dingen die hij moeilijk vindt. “Ik raak vooral gefrustreerd door een slechte nachtrust, wanneer mensen op de gang enorm veel lawaai maken. Maar dat is gewoon een kwestie van accepteren.” Er zijn ook geluksmomenten volgens Henk. “Ik heb hier een broeder van een andere moeder en van een andere kleur,” grapt hij. “Dat is echt mijn beste vriend.” Henk wijst en lacht naar Omar die ook aan tafel zit. Dat komt door de steun die ze aan elkaar hebben. De goede gesprekken die ze met elkaar hebben, geven vertrouwen.

“Ik wil een goede vader zijn”
“Ik vertrouw vanwege mijn verleden heel weinig mensen. Ik ben te vaak in de maling genomen door mensen om me heen. Omar kan ik écht vertrouwen. We kenden elkaar ook al voor we hier zaten, maar sinds we hier samen zijn, is het echt vier handen op een buik,” zegt Henk die zichtbaar geëmotioneerd raakt. Weten wat je aan elkaar hebt, vertrouwen en eerlijkheid is voor Henk van groot belang geworden. Dat is iets wat hij door de jaren heen heeft geleerd. Hij kijkt positief naar de toekomst: “Ik ga over een week terug naar de kliniek. Daar wil ik mijn leven gaan verbeteren en daar ga ik 100% voor.” Henk heeft nooit nagedacht over dromen of ambities. “Ik wil gewoon een goede vader worden en voor mijn kind kunnen zorgen.” Zijn zoontje is slechts drie maanden en Henk wil die goede vader zijn. “Dat is mijn ambitie.”

Sharon
Aan het hoofd van de tafel in de woonkamer van het Leger des Heils zit de 27-jarige Sharon. Ongeveer acht maanden is zij nu dakloos in Gouda. Zij heeft veel bewogen jaren achter de rug en ziet zichzelf op dit moment als een van de lastigere bewoners aan de IJssellaan. Laatst kreeg ze een officiële tweede kans van de organisatie. Ook Sharon is in behandeling geweest om van haar alcoholprobleem af te komen. “Ik heb een week in de kliniek gezeten. Toen kreeg ik een tijdje een eigen woning, totdat ik overgeplaatst zou worden naar een andere kliniek. In die fase is het fout gegaan, want daar kreeg ik alle vrijheid,” vertelt ze. Voor Sharon is het geen optie om thuis te wonen bij haar ouders. “Daar wonen zij gewoon te klein voor.”

“Eigenlijk had ik hier weg gemoeten door mijn gedrag, maar ik kreeg een tweede kans waar ik heel dankbaar voor ben,” vertelt Sharon. Zij vindt het leven op straat alles behalve een pretje. “Ik heb ooit letterlijk een nacht op straat moeten leven. Op dat moment was ik écht dakloos. Dat gevoel wil ik nooit meer hebben.” Voor Sharon was dat een eyeopener. Ze vindt het fijn om bezig te zijn. Vermoedelijk heeft ze ADHD. Daarom probeert de organisatie haar lekker bezig te houden. Zo prikt ze de buurt schoon en heeft ze laatst meegeholpen met het versieren van de woonkamer met kerstdecoratie. “Die kerstboom is mede door mij opgetuigd,” vertelt ze met enige vorm van trots. “Dat vind ik fijn. Zo blijf ik bezig en ben ik ook nuttig voor anderen,” zegt Sharon.

Hechte vriendschap
Henk en Omar zijn goede vrienden van Sharon. “Zij zijn de enige twee die mij dagelijks gebeld hebben in de tijd dat ik in de kliniek zat.” Dat betekent veel voor Sharon. “Vanaf het begin ben ik echt goed met hen. Vooral met Omar, maar eigenlijk ook met Henk.” De veertiger ziet daar de grap van in en reageert cynisch: “En bedankt hé.” Er wordt om gelachen. Ze weten wel beter dan dat. Het is mooi om te zien dat deze plek niet alleen zorgt voor een onderdak, maar ook voor hechte vriendschappen. “Je leert elkaar hier écht kennen. We brengen zoveel tijd met elkaar door dat je echt over van alles praat. Het gaat van een geintje naar een serieus gesprek en van een serieus gesprek weer naar een geintje. Dat gaat de hele dag zo door. Het werkt zo goed, omdat we elkaar heel erg goed begrijpen in hoe we ons voelen,” vult Henk aan.

Sharon is niet altijd de makkelijkste volgens Henk en Omar, maar ze staat open voor hulp en er zijn mensen die haar weer de kliniek in proberen te krijgen. “Dat zou ik graag willen. Er zijn dingen in het leven die ik wil bereiken, zoals moeder worden en weer een baantje in de winkel,” aldus Sharon. Met die hoop en gedachte gaat ze de toekomst in.

Omar
Omar is 35 jaar. Ook Omar heeft geen eigen huis, maar hij voelt zich niet dakloos: “Anders zou ik ergens buiten in een doos liggen, maar ik ben opgevangen door de familie van het Leger des Heils waar ik me super goed bij voel.” Hij spreekt zijn dankbaarheid uit over het kerstdiner dat laatst is georganiseerd door de buren. “Dat was een kerstdiner waar je ‘u’ tegen zei. Daar ben ik echt dankbaar voor,” vertelt Omar.

Omar praat veel over de buurt. Mede dankzij de wijk kreeg hij écht een kerstgevoel. Omar vergelijkt de tegenslagen in zijn leven met een slechte droom. “In mijn leven heb ik vaak het gevoel gehad dat ik zou vallen. Maar er kwam een moment dat ik tegen mezelf zei: ‘Nee, ik ga niet vallen. Ik sta op.’ Dat is dankzij mijn kinderen. Ik moet er voor hen zijn en ook voor mijn familie en vrienden,” vertelt hij. “Iedereen heeft tegenslagen in het leven. Niet alleen ik. Dus daarom houd ik mijn hoofd omhoog, ondanks dat het nu wat moeilijker is.” Omar is niet graag op straat. Hij vindt het vooral fijn om overdag te wandelen met Henk of Sharon. “Dan is het tijd voor een goed gesprek en daarna ga ik het liefste weer naar binnen. Dat mag ook. Wij zijn niet verplicht om de hele dag op straat te zijn.” De drie voelen zich in het algemeen niet echt bekeken op straat. “Als je dat wel zo ervaart, heeft dat puur met je eigen onzekerheid te maken,” vertelt Henk. “Sommige mensen geven je wel eens een schuin gezicht, terwijl ik dan bij mezelf denk: ‘ik kom alleen maar een peukie roken.’ Ik ben niemand tot last verder,” vult Omar aan.

“Aan het eind van de dag zijn we allemaal mensen”
De drie erkennen dat er momenten zijn geweest dat er “gezeik” was met de buurt. Aan de andere kant realiseren ze zich dat de buurt veel voor hen gedaan heeft door onder andere het kerstdiner te organiseren, maar ook door het regelen van een heel orkest dat laatst kerstliederen voor ze kwamen zingen. “Dat voelde echt als een luxe. Zo zie je maar dat andere mensen heus wel zien dat wij het een beetje moeilijk hebben. Maar aan het eind van de dag zijn we allemaal mensen,” relativeert Omar. Op momenten als deze denken de bewoners van het Leger des Heils ook na wat zij voor anderen kunnen betekenen. Zo schreven zij op hun beurt weer kaartjes voor eenzame mensen. “Dat vond ik echt heel mooi om te doen,” aldus Omar.

De dertiger heeft de ambitie om een gezond en mooi leven tegemoet te gaan. “Elke strijd moet je aangaan. Ik ben een Feyenoorder hé? We boffen met zulke goede buren die goed meedenken met ons. Zij weten ook heus wel wie wat doet en wij proberen gewoon het goede voorbeeld te geven waar nodig,” sluit hij af.

Wat kunnen Gouwenaars doen voor hun dakloze stadsgenoten?

Het Leger des Heils krijgt jaarlijks, maar vooral ook in deze kerstperiode, enorm veel spullen die ze aan de bewoners kunnen geven. Denk hierbij aan kleren, eten en overige spullen. Voor hen is dit een absolute luxe en het wordt zeer gewaardeerd. “Maar het is vooral zoiets als een simpele knuffel geven, elkaar vasthouden en zeggen: ‘ik ben blij dat je er bent.’ Zoiets kost niks en je geeft er iemand zo enorm veel liefde mee,” stelt Henk. Een blijk van waardering is onbetaalbaar.

Oog hebben voor elkaar. Dat zit ‘m kennelijk in de simpele dingen van het leven. Niet alleen in tijden van kerst waarin het vanzelfsprekend zou zijn, maar ook op al die andere dagen van het jaar, wanneer je nog steeds even dakloos bent als de maanden daarvoor.

25-12-2021 10:30