Bestuurlijke eensgezindheid voor behoud sociale huurwoningen ook in Zuidplas

Op 12 mei 2020 tekenden minister Ollongren met alle betrokkenen, waaronder wethouder Jan Hordijk van Zuidplas, voor een aanpak van de volkshuisvestelijke problematiek in de gemeenten Brielle, Barendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Bergeijk en Zuidplas. Daarmee zeggen alle betrokken partijen het volkshuisvestelijke probleem in deze gemeenten te willen oplossen.

Krachtig gebaar
Dit akkoord is een belangrijke mijlpaal in het verkoopproces dat woningcorporatie Vestia in deze gemeenten is aangegaan met lokale corporaties. Hamit Karakus, die als bestuurlijk regisseur nauw is betrokken bij de totstandkoming van de bestuurlijke akkoorden, spreekt van een krachtig gebaar richting een samenleving waarin voldoende sociale huurwoningen een gedeelde verantwoordelijkheid is.

Gedreven bestuurders
Woningcorporaties Staedion, Havensteder, Patrimonium Barendrecht, Wooncompas, Woningbelang, Wassenaarsche Bouwstichting, Wonen Wateringen, Arcade, Wonen Midden-Delfland, Mozaïek Wonen, Woonbron, Woonpartners Midden-Holland, Maasdelta, Ressort Wonen en De Zes Kernen spelen een belangrijke rol bij deze afspraken. Minister Ollongren: “Ik heb veel waardering voor de inzet van de heer Karakus en alle betrokken partijen die constructief met elkaar in gesprek zijn gegaan over de overname van het bezit van Vestia. Ik ben trots op de wil bij zoveel bestuurders om deze volkshuisvestelijke uitdaging snel op te pakken. Zo zorgen we er samen voor dat sociale huurwoningen behouden blijven. Want die zijn hard nodig voor een grote groep mensen.”

Gedeelde investering
De huidige liberalisatie van de sociale huurvoorraad veroorzaakt vooral in Brielle, Barendrecht, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Bergeijk en Zuidplas een fors verlies van sociale huurwoningen. Bij elkaar gaat het maar liefst om 10.000 woningen. Een tekort aan sociale huurwoningen is onwenselijk en belemmert het recht op betaalbare huisvesting voor iedereen. In zijn eerste rapport concludeerde Karakus al dat overname van het Vestia-bezit door lokale woningcorporaties de meest passende oplossing is, mits álle betrokken partijen bijdragen. Dit betekent dat behalve de corporatiesector ook gemeenten, provincies en Rijk een bijdragen leveren. De minister onderzoekt de mogelijkheden voor een vrijstelling van de overdrachtsbelasting bij deze transacties. Zij verzoekt de toezichthouder Autoriteit Woningcorporaties te kijken naar de markttoets en de interne leningen. Als deze belemmeringen opleveren binnen de huidige wet- en regelgeving, zal de Autoriteit in samenspraak met de minister zoeken naar een (tijdelijke) oplossing.

Vervolg
Met deze overeenkomst staan de intenties per gemeente op papier. Daarnaast biedt de eindrapportage van Hamit Karakus inzicht in de aanpak, werkwijze, resultaten en aanbevelingen rond de bestuurlijke tafels in de zes maatwerkgemeenten. Met het opleveren van dit rapport is zijn opdracht als voorzitter van de bestuurlijke tafels Vestia afgerond. De komende periode wordt verder onderzocht hoe de transacties in deze gemeenten daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden. Hiervoor wordt gekeken naar het aanstellen van een onafhankelijke procesbegeleider die betrokken blijft bij het proces in de maatwerkgemeenten en de voortgang van de transacties borgt. Vestia heeft de verantwoordelijkheid en de regie over het verkoopproces van de betreffende 10.000 woningen in deze gemeenten. Arjan Schakenbos, voorzitter raad van bestuur Vestia: “We zijn blij dat we deze fase hebben afgerond en dat wij met de corporaties het verkoopproces kunnen vervolgen dan wel opstarten.”