Discriminatiecijfers gedaald in Haaglanden en Hollands Midden

Sterke daling bij de politie en lichte stijging bij de antidiscriminatie voorziening
Afgelopen donderdag 18 mei heeft Stichting voor Inclusie en discriminatiebestrijding (Stichting iDb) in samenwerking met de politie de Monitor Discriminatie 2016 uitgebracht. Dit rapport wordt gelijktijdig gepubliceerd met het landelijke rapport. Hierin wordt eveneens aandacht besteed aan de omvang van discriminatie naar onder andere discriminatiegronden en maatschappelijke terreinen die daarbij een rol spelen.
Op het landelijke niveau is het aantal meldingen, dat door de politie is geregistreerd, aanzienlijk gedaald (21% ten opzichte van 2015). De cijfers van de Anti Discriminatie Voorzieningen zijn gestegen met 4% en bij het College voor de Rechten van de Mens is een sterke stijging van 10% te zien. Deze cijfers wijken daarmee af van de ontwikkeling bij de politie.

Discriminatie op grond van ras en discriminatie op de arbeidsmarkt blijft hardvochtig
Evenals in voorgaande jaren hebben verreweg de meeste registraties van discriminatie, bij zowel de politie als Stichting iDb, betrekking op ras. Opvallend is ook dat er bij meer dan een derde van de politiemeldingen sprake is van discriminatie op grond van seksuele gerichtheid.
Discriminatie op de arbeidsmarkt blijft een punt van zorg. Bij ruim een kwart van de geregistreerde discriminatiemeldingen in 2016 ging het om discriminatie op de arbeidsmarkt.

Discriminatie binnen de directe woonomgeving en de openbare ruimte is zorgwekkend
Uit de cijfers van politie-eenheid Den Haag en Stichting iDb blijkt dat discriminatie in de directe woonomgeving vaker voorkomt in Haaglanden en Hollands Midden dan op grond van de landelijke cijfers mag worden verwacht. Veelal gaat het om burenruzies die gaandeweg escaleren en leiden tot discriminatoire uitingen en gedrag. Discriminatie in de woonomgeving kan tot gevolg hebben dat bewoners zich vanwege hun afkomst, seksuele gerichtheid en verblijfsstatus onveilig voelen en minder aanspraak kunnen maken op woongenot in de wijk.

Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap is nog niet goed geland
In juli 2016 heeft Nederland het VN-handicapverdrag geratificeerd. Ratificatie van dit verdrag verplicht tot het nemen van maatregelen die voorkomen dat burgers vanwege hun handicap niet kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.
Uit cijfers van Stichting iDb en signalen van belangenorganisaties blijkt dat overheden en maatschappelijke organisaties op de hoogte zijn van het VN-verdrag. Toch is er onvoldoende bewustzijn over de maatregelen die moeten worden genomen om bijvoorbeeld de toegang tot het openbaar vervoer en wijkvoorzieningen te verbeteren.

Er zijn ook positieve ontwikkelingen te melden

Het besluit van politie-eenheid Den Haag en Stichting iDb om samen te werken aan het stroomlijnen en uniformeren van de cijfers over discriminatie is een concrete stap om beter inzicht te krijgen in de aard, omvang en oorzaken van discriminatie.
Stichting iDb constateert daarnaast dat steeds meer contactpersonen bij migrantenorganisaties, sportvereniging en andere maatschappelijke organisaties bereid zijn om de eerste opvang te verzorgen bij ervaren discriminatie. Door een luisterend te bieden en informatie te verstrekken kunnen deze sleutelfiguren handreikingen bieden die het mogelijk maken om beter om te gaan met ervaren discriminatie.